Gymnosporangium sabinae syn. Gymnosporangium fuscum
Perenroest, Jeneverbesroest of Peer-Jeneverbesroest
Perenroest is de zomergeneratie van de schimmel Gymnosporangium sabinae.
Gymnosporangium sabinae overwintert op de jeneverbes.
Peren-Jeneverbesroest behoort tot de klasse Teliomycetes waarin de z.g. Branden en Roesten zijn opgenomen. Gymnosporangium sabinae valt onder de orde van de Roesten (Uredinales), die zo worden genoemd vanwege de roestkleurige sporen. De roestschimmel leeft voor het meerendeel binnen in het levende weefsel van de plant. Ze voeden zich d.m.v. zuigorganen (haustoriën) die de cellen van de plant binnendringen. De meeste schimmels uit de orde Uredinales kennen een z.g. generatiewisseling vaak gepaard aan een waardplantwisseling.
Gymnosporangium sabinae overwintert op exotische jeneverbessen. De inheemse gewone jeneverbes (Juniperus communis) is ongevoelig voor de aantasting. Wel gevoelig zijn o.a. de soorten Juniperus chinensis, Juniperus media en Juniperus sabina.
In het voorjaar kiemen de basidiosporen op de Jeneverbes, en dringen het weefsel binnen.
Ze vormen een mycelium in de ruimte tussen de cellen.
Enkele dagen na de infectie van een perenboom ontstaan aan de bovenzijde van de bladeren bekervormige organen met pycniden, ook wel spermogoniën genoemd. In deze fase worden de z.g. pycniosporen gevormd.
Ontwikkeling van Perenroest vindt alleen plaats bij warm, droog weer en besmetting bij een temperatuur tussen 15 en 25° Celsius. Ook een nat voorjaar is belangrijk voor de ontwikkeling van de schimmel.
Na de pycnidenfase volgt de z.g. aeciofase waarin zich aan de onderkant van het blad gezwellen vormen. Uit deze gezwellen komen in Juli en Augustus de aeciosporen vrij die voor besmetting bij jeneverbes zorgen.
Perenroest is voor de perenboom niet levensbedreigend en veroorzaakt hoogstens wat bladval. Wel gaat men ervan uit dat de aantasting een negatieve invloed op de produktie heeft.
De besmettingsradius van perenroest is ongeveer 500 meter.