De ‘Elstar’ appel (Malus domestica ‘Elstar’) is één van Nederland’s bekendste appels. De appel is vernoemd naar de Gelderse plaats Elst en is rond de helft van de vorige eeuw ontstaan. Elstar is een kruising van Malus domestica ‘Golden delicious’ en Malus domestica ‘Ingrid Marie’. Op laagstam vormt Elstar een klein, tot 4 meter hoog, boompje met in het voorjaar, eind april, vrij grote wit-roze -, tweeslachtige -, licht geurende bloemen, die o.a. vlinders en bijen aantrekken, en forse -, zachtzoetzure appels met een hoogrode blos die ongeveer vanaf midden september geoogst kunnen worden. Een laagstam ‘Elstar’ appelboom is geschikt voor kleine tuinen. Deze dwergappelboom houdt van een zonnige standplaats maar gedijt goed bij halfschaduw en is bestand tegen zeewind. Malus domestica ‘Elstar’ is niet vatbaar voor specifieke ziektes maar een slechte standplaats kan tot schimmelinfecties en groeistoornissen leiden. Een ‘Elstar’ vereist een goed doorlaatbare -, kalkrijke – tot neutrale -, matig vochtige bodem.
Snoeien gebeurt in de winter en bestaat uit het dunnen van de kroon en het verwijderen van slechte -, schurende -, te dicht op elkaar staande -, of dode takken. Zorg voor een open kroon en snoei bij voorkeur de nieuwe loten tot ongeveer 10 cm. terug. Ook licht dunnen tijdens de zomer kan soms nuttig zijn. Een ‘Elstar’ appelboom is goed zelfbestuivend maar zal met een externe bestuiver nog beter produceren. Een bestuiver moet ongeveer binnen 100 meter van de boom staan.
Malus domestica ‘Elstar’ kent een groot aantal bestuivers waaronder o.a. de cultivars:
- Malus domestica ‘James Grieve’;
- Malus domestica ‘Discovery’;
- Malus domestica ‘Summer red’;
- Malus domestica ‘Lombarts Calville’;
- Malus domestica ‘Odin’;
- Malus domestica ‘Granny Smith’;
- Malus domestica ‘Jonathan’;
- Malus domestica ‘Cox’s Orange Pippin’;
- Malus domestica ‘Alkmene’;
Malus domestica ‘Elstar’ is op zichzelf ook bruikbaar als bestuiver voor een groot aantal rassen.
De lang bewaarbare Elstar appels zijn uitstekend van smaak en geschikt als handappel en als sap, in appelmoes, taart, en andere gerechten. Ze zijn het best te eten vanaf eind oktober tot eind december.