Ondanks het feit dat de bomen zijn opgekroond zullen zich bij sommige soorten aan de uiteinden van de onderste (onder)gesteltakken takken vormen die gezien de standplaats van de boom te laag hangen. Bij een onderhoudssnoei moeten ook deze afhangende takken worden weggenomen.
Het zal mischien duidelijk zijn dat het plaatsen van treurvormen langs wegen geen goed idee is maar er zijn andere boomsoorten en cultivars die niet direct als treurvorm gekenmerkt kunnen worden maar waarvan de takken toch sterk afhangen. De Zilveresdoorn (Acer saccharinum) is bv. zo’n soort en ook de hieronder afgebeelde kronkelwilg.
De hoogte van de laagste takken wordt bij de begeleidingssnoei bepaald en deze verschilt per soort. Wanneer begeleidingssnoei niet of onjuist wordt uitgevoerd dan leidt dat tot ingrijpende snoei waarbij grote wonden ontstaan.